De Zoete Moeder is een eikenhouten Mariabeeld. In Den Bosch wordt het ook wel de ´Zoete Lieve Vrouwe van Den Bosch´ genoemd. Het beeld is 108 centimeter hoog en waarschijnlijk omstreeks 1280 gemaakt. De kleren van Maria zijn beschilderd met rode, gele en donkergroene verf. Het kindje Jezus is in het donkergroen gekleed. Het Mariabeeld werd in zeer slechte staat in 1380 gevonden, zonder het kindje Jezus op haar arm. Toch werd het in de kerk geplaatst. Het kindje Jezus werd later bij het beeld geplaatst nadat het enige tijd als speelgoed was gebruikt.
De Zoete Moeder is al eeuwenlang een symbool van Den Bosch
De Zoete Moeder wordt ook wel de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch genoemd. Ze wordt al eeuwenlang vereerd en wordt na verschillende verschijningen en wonderen sinds de 14e eeuw door pelgrims en gelovigen uit de stad vereerd. Voor het katholieke geloof zijn Mariaverschijningen waardevol. Mensen die Maria zien verschijnen worden soms later ook heilig verklaard.
De Zoete Moeder werd bijna verbrand en ook vaak lelijk genoemd
Toen de Zoete Moeder in 1380 werd gevonden, was het zo versleten dat het bijna als brandhout werd gebruikt. Maar toen een broeder er een wonderbaar Mariabeeld in zag, vond die dat het in de kerk geplaatst moest worden. Dat gebeurde, maar daar waren veel mensen niet blij mee: ze vonden het lelijk. Daarom werd geprobeerd om het beeld uit de kerk weg te halen. Bij die gebeurtenis werd het beeld plotseling zo zwaar, dat men het toch maar in de kerk liet staan.
Maria verscheen aan een vrouw die haar lelijk noemde
Toen het beeld in de kerk stond, werd het om haar lelijkheid beschimpt. Een vrouw uit de stad, die haar lelijk noemde, zag Maria in een droom en werd dadelijk ziek. Maria verzocht de vrouw om haar voortaan niet meer lelijk te noemen. Toen ze twee weken later Maria vereerde, genas ze spontaan. Sindsdien is de Zoete Moeder een belangrijk bedevaarsoort en wordt de Zoete Moeder vereerd. In het Mirakelboek zijn wonderen opgeschreven die door de Zoete Moeder zijn verricht.
In de 17e eeuw is de Mariaverering een tijdlang niet toegestaan
Vanaf 1629 werd Den Bosch lange tijd overheerst door het Staatse bewind. In die protestantse omgeving was het beeld van de Zoete Moeder niet langer veilig. Daarom werd ze naar Antwerpen gesmokkeld.
De Zoete Moeder verbleef meer dan tweehonderd jaar in Brussel
De landvoogdes Isabelle vroeg om het beeld van de Zoete Moeder naar Brussel te brengen toen Den Bosch werd bezet. Voor deze verhuizing werd op 3 april 1630 een processie gehouden naar de Sint-Gaucericuskerk. Een processie is een plechtige optocht voor gelovigen waarbij iets heiligs wordt meegedragen. Daarna kreeg de Zoete Moeder voor honderden jaren een plaats in de Sint-Jacobskerk op de Koudenberg. Ze bleef daar tot maar liefst december 1853.
De Zoete Moeder is altijd de Zoete Moeder van Den Bosch blijven heten
De Zoete Moeder is nooit de Zoete Moeder van Brussel genoemd, of van Tilburg, toen ze daar nog een paar jaar bleef voor ze in 1855 voor altijd terugkeerde naar de Sint-Jan. Dat laat zien hoeveel Den Bosch en de Zoete Lieve Vrouw van den Bosch met elkaar verbonden zijn.
Processies van de Zoete Moeder waren verboden tijdens de protestantse bezetting
De processie van de Zoete Moeder wordt nog steeds gehouden op de derde zondag van mei. De eerste processie voor Maria vond plaats in 1368, waarschijnlijk ter ere van het vijftigjarig bestaan van de Onze Lieve Vrouwe broederschap. Maar tijdens de protestantse bezetting van de Sint-Jan waren processies verboden. In plaats daarvan ontstond de Stille Ommegang: een in stilte gehouden processie van kleine groepen of individuen tijdens een negendaagse periode (noveen) door de binnenstad. Deze wordt nog jaarlijks gehouden vanaf 7 juli.
De Sint-Jan zat dertien jaar zonder de Zoete Moeder door een koppige pastoor
De Zoete Moeder kwam pas veertig jaar na de terugkeer van godsdienstvrijheid in 1648 terug naar Den Bosch. Eerst kwam dat omdat de Sint-Jan nog geen zelfstandige parochie was. Maar de laatste dertien jaar van die periode was het beeld nog in Brussel vanwege de koppige pastoor ’t Sas. In Brussel was het Wonderbeeld heel populair geworden. Mensen wisten van haar wonderen en ook was ze al bijna tweehonderd jaar in Brussel. Pastoor ‘ t Sas was daarom niet blij met het idee dat de Zoete Moeder uit Brussel zou vertrekken. Het zou de naamsbekendheid en daarmee de inkomsten van zijn kerk sterk verminderen. Hij bleef zich verzetten tegen de verhuizing van de Zoete Moeder naar den Bosch, ook al waren de kardinalen en de bisschoppen het daar niet mee eens. Toen pastoor ’t Sas overleed, was de Zoete Moeder binnen een paar maanden terug in de Sint-Jan.
Sinds de middeleeuwen komen mensen van ver naar Den Bosch voor een bedevaart
Mensen kwamen in de middeleeuwen al van Nederland, België en Duitsland naar Den Bosch om de Zoete Moeder te vereren. Er zijn zelfs bronnen die schrijven over Poolse en Russische pelgrims. De gemiddelde afstand die een pelgrim in de Middeleeuwen voor een bezoek aan de Zoete Moeder afgelegde was zo’n 200 kilometer.
Akten van bedevaart werden door de Sint-Jan maar twee keer afgegeven
In vele eeuwen bedevaart zijn maar twee akten van bedevaart afgegeven door de Sint-Jan. Met deze brief kon je bewijzen dat je op bedevaart was geweest. Bedevaartsoorden zoals de Notre-Dame in Parijs gaven wel regelmatig akten van bedevaart af, bijvoorbeeld tijdens belangrijke religieuze gebeurtenissen. Het aantal akten van bedevaart van de Notre-Dame wordt in de duizenden of meer geschat. Dat maakt die twee van de Sint-Jan heel zeldzaam. Bedenk daarbij dat een bedevaart soms ook werd opgelegd als straf voor boetedoening. In wat voor problemen zouden de gestrafte mensen zijn gekomen als ze niet officieel konden laten zien dat ze naar de Zoete Moeder waren geweest?
De Zoete Moeder kreeg veel ex voto’s als blijk van waardering
De Zoete Moeder kreeg in de middeleeuwen veel ex voto’s. Dat zijn voorwerpen die worden geplaatst bij een heiligenbeeld als dank voor een verhoord gebed. Denk aan de krukken van iemand die na een gebed weer normaal kon lopen. Dat was een populaire ex voto. Die waren er zoveel dat krukken als ex voto’s ook op insignes werden afgebeeld: een soort spelden die als souvenir werden verkocht. Mensen kwamen namelijk van ver voor een bezoek aan de Zoete Moeder, vooral als Maria ook echt aan hen verschenen was.
Ex-voto’s waren allerlei soorten voorwerpen, van normaal tot erg speciaal
De meeste ex- voto’s waren krukken, wassen benen en boeien. Op een bepaald moment leek er haast een soort ´wedstrijd´ te ontstaan om ex voto’s zo speciaal mogelijk te maken. Zo had een man de doodstraf te horen gekregen, maar hij werd door tussenkomst van Maria gered. Als dank daarvoor schonk hij een ex voto in de vorm van een galg, waar een wassen man aan hing.
Zo werden de Mariawonderen opgeschreven in het Mirakelboek
In het Mirakelboek staat voorin een lang gedicht. Daarna staat geschreven welke 481 wonderen de Zoete Moeder heeft verricht tussen 1382 en 1603. Veertien van de mirakelontvangers kwamen zelf uit Den Bosch. Het hoe en wat van de wonderen werd volgens een vaste manier opgeschreven. De datum stond genoemd, de naam van degene die het wonder ontving en waar die persoon vandaan kwam. Er staat ook in wat degene mankeerde en wat diegene heeft geofferd, net als de vermelding van de getuigen.
Een voorbeeld van een mirakel uit het Mirakelboek
Mirakel nr. 98: Kind tot leven, 23 mei 1382: Katelijn, de dochter van meester Jan van Lijshout, smid, en van Engelbeer, woonachtig te Lieshout, viel veertien dagen geleden van een hoge zolder en bleef een uur lang levenloos liggen. Nadat haar ouders een bedevaart beloofd hadden aan Maria van ’s-Hertogenbosch, begon het kind te bloeden uit haar neus en kwam het weer tot leven. Met hun dochter volbrachten zij de bedevaart.