Een kerk van 800 jaar oud die er nog steeds staat en nog altijd belangrijk is voor veel mensen. Dat is erg bijzonder en daarom is de Sint-Jan dat ook. Hij heeft niet alleen een lange geschiedenis omdat hij er al zo lang staat, maar ook omdat zijn bouw vele jaren heeft geduurd. De Sint-Jan van heel vroeger is niet dezelfde Sint-Jan als die van nu. En ook nu verandert de Sint-Jan nog mee met de tijd. Zo is de Sint-Jan zoals we die nu kennen ontstaan.
De Sint-Jan begon als nieuwe kerk voor rijke mensen rond het jaar 1210
Toen er aan de bouw van de Sint-Jan werd gestart, was Den Bosch als stad nog vrij jong, ongeveer veertig jaar. Maar belangrijker: Den Bosch was het thuis van rijke mensen. Die vonden het vervelend dat ze één tot anderhalve kilometer moesten lopen voor de dichtstbijzijnde kerk, in Orthen. Daarom werd er opdracht gegeven om de Sint-Jan te laten bouwen. Het is niet duidelijk wie die opdracht heeft gegeven, de rijke burgers of de hertog. Maar zo werd er aan de bouw van de Sint-Jan begonnen en werd die een romaanse kerk. Dat romaanse gedeelte was vroeger een stuk groter dan nu. Dat moest plaatsmaken voor het gotische gedeelte, wat de meeste mensen nu herkennen als de Sint-Jan. Maar de romaanse geschiedenis van de Sint-Jan is niet helemaal onzichtbaar geworden. De toren staat er nog altijd, in de opvallende roodachtige kleur.
De Zoete Moeder maakt vanaf 1380 van de Sint-Jan een pelgrimsoord
In 1380 werd er een zeer versleten eikenhouten Mariabeeld gevonden. Het was bijna als brandhout gebruikt, tot iemand het toch in de kerk plaatste. Het beeld werd lelijk genoemd, maar het kon niet weggehaald worden. Toen dat werd geprobeerd was het daar Verbazend ineens te zwaar voor geworden. Niet veel later noemde een vrouw het beeld lelijk. Toen verscheen Maria aan haar, die zei dat de vrouw dat niet mocht doen. De vrouw werd ziek en genas meteen zodra ze Maria om genade bad. Nu wordt dit beeld van de Zoete Moeder vereerd. In Den Bosch, maar ook door mensen ver daarbuiten. De Sint-Jan is een pelgrimsoord geworden. Iets eerder, rond 1350-1360 begint ook de start van de gotische bouw.
De gotische bouw van de Sint-Jan was bedoeld om de macht van de stad te laten zien
De bevolking van Den Bosch was tussen 1325 en 1375 gegroeid van ongeveer zesduizend tot dertienduizend. De stad werd dus groter en ook machtiger. Maar de Sint-Jan had nog altijd geen zelfstandige parochie. De parochie uit Orthen stond nog altijd aan het hoofd van het bestuur van de Sint-Jan. Door de Sint-Jan flink uit te breiden, wilden de Bosschenaren laten zien hoe rijk ze waren. De Sint-Jan zou uiteindelijk in 1413 een zelfstandige parochie worden en in 1561 wordt de Sint-Jan de bisschopskerk; een kathedraal.
De Sint-Jan wordt geplunderd, raakt beschadigd en komt in protestantste handen
De jaren tussen 1566 en 1629 zijn belangrijk voor de Sint-Jan. In die periode gebeuren veel van de vervelendste gebeurtenissen in zijn geschiedenis. In 1566 is er de beeldenstorm, waarbij protestanten de kathedraal binnenvallen en veel van de kunstschatten en de kerk zelf ernstig beschadigen. In 1584 volgt een grote brand, waarna de koepel boven de toren afbrandt. In 1629 vindt de protestantste bezetting plaats. Vanaf dan tot 1810 is de Sint-Jan in handen van de protestanten en in die tijd raak de Sint-Jan ook in verval. Er wordt zelfs serieus overwogen om hem af te breken.
Drie grote restauraties in twee eeuwen maken de Sint-Jan weer in orde
Toen de Sint-Jan in 1812 weer teruggegeven werd aan de katholieken wilde men de kathedraal graag weer restaureren. Op sommige plekken leek die intussen meer op een ruïne dan een waardig godshuis. Maar daar was niet meteen geld voor en ook werd er lang nagedacht hoe de restauraties goed uitgevoerd moesten worden. Pas in 1860 ging de eerste restauratieronde van start. Dat is de periode van de neogotiek, waarin er hernieuwde belangstelling en waardering komt voor de gotische stijl van de kathedraal. Die wilden ze perfecter en mooier maken dan die ooit was: onregelmatigheden waren niet welkom tijdens deze ronde van restauratie.